Verzuimbegeleiding is een gestructureerd proces dat loopt van de eerste ziektedag tot maximaal 104 weken (2 jaar). Het traject begint met ziekmelding en eerste contact, gevolgd door medische beoordeling en het opstellen van een plan van aanpak binnen 6 weken. Tussen week 6 en 42 vindt actieve re-integratie plaats, waarna bij week 42 het UWV betrokken raakt voor een mogelijke WIA-keuring. Werkgever en werknemer hebben gedurende het hele traject specifieke verplichtingen volgens de Wet Verbetering Poortwachter.

Wat gebeurt er in de eerste 6 weken van verzuimbegeleiding?

De eerste 6 weken van verzuim zijn bepalend voor het hele traject. Je meldt je ziek bij je werkgever, die binnen een paar dagen contact opneemt om de situatie te bespreken. Binnen deze periode wordt een casemanager of bedrijfsarts ingeschakeld om te beoordelen wat er aan de hand is en welke stappen nodig zijn. Voor week 6 moet er een probleemanalyse en plan van aanpak klaar zijn.

Tijdens deze fase vindt het eerste gesprek plaats tussen jou, je leidinggevende en vaak een casemanager. Dit gesprek gaat over de oorzaak van je verzuim en wat je nodig hebt om weer aan het werk te kunnen. Het is geen verhoor, maar een constructief gesprek waarin jullie samen kijken naar oplossingen.

De casemanager brengt in kaart wat er speelt op verschillende vlakken: je gezondheid, je werksituatie, eventuele privéomstandigheden en persoonlijke factoren. Deze brede blik helpt om de echte oorzaak van verzuim te vinden, want die is lang niet altijd alleen medisch.

Binnen 6 weken moet de bedrijfsarts een probleemanalyse opstellen. Dit document beschrijft wat er aan de hand is, welke beperkingen je hebt en wat je wel kunt. Op basis hiervan maken jullie samen een plan van aanpak: concrete afspraken over herstel, aanpassingen in je werk en wanneer je (gedeeltelijk) kunt hervatten.

Wanneer moet de bedrijfsarts bij verzuim betrokken worden?

Een bedrijfsarts moet verplicht worden ingeschakeld bij de probleemanalyse na 6 weken verzuim en bij de evaluatie na 42 weken. Maar in de praktijk is het vaak verstandig om eerder contact te zoeken, vooral bij onduidelijke klachten, psychische problemen of als er spanning is tussen jou en je werkgever over de verzuimoorzaak.

De bedrijfsarts kijkt breder dan een huisarts. Waar je huisarts zich richt op behandeling en herstel, beoordeelt de bedrijfsarts vooral wat je nog wél kunt en hoe je werk daarop aangepast kan worden. Deze focus op mogelijkheden in plaats van beperkingen maakt het verschil in verzuimbegeleiding.

Bij de wettelijke momenten speelt de bedrijfsarts een formele rol: het opstellen van de probleemanalyse bij 6 weken, tussentijdse evaluaties en het actueel oordeel bij 42 weken. Dit laatste document is belangrijk voor het UWV als er een WIA-aanvraag komt.

De bedrijfsarts beoordeelt ook of je arbeidsongeschikt bent en in welke mate. Dit gaat niet alleen over ziekte, maar over het vermogen om je werk te doen. Je kunt ziek zijn maar niet arbeidsongeschikt, of andersom. Die nuance is belangrijk voor het vervolg van je traject.

Hoe werkt het re-integratietraject tussen week 6 en 42?

Tussen week 6 en 42 draait alles om actieve re-integratie: stapsgewijs terugkeren naar werk. Het plan van aanpak uit week 6 wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Je begint vaak met aangepast werk, minder uren of andere taken die beter passen bij wat je nu aankunt.

Re-integratie kan verschillende vormen aannemen. Misschien werk je eerst vanuit huis, begin je met een paar uur per dag, of neem je tijdelijk andere taken op je. Het doel is om geleidelijk op te bouwen zonder terugval. Je casemanager houdt dit nauwlettend in de gaten en stuurt bij waar nodig.

Als werkhervatting in je eigen functie niet lukt, kijken jullie naar alternatieven binnen het bedrijf. Kan een andere functie wel? Zijn er aanpassingen mogelijk in werkplek, werktijden of taken? Deze eerste spoor re-integratie richt zich op werk bij je eigen werkgever.

Soms stagneert het herstel of blijkt je eigen werk echt niet meer haalbaar. Dan wordt het traject intensiever. Er komen mogelijk extra gesprekken, aanvullende beoordelingen of zelfs een second opinion. De bedrijfsarts evalueert opnieuw wat wel en niet kan, en jullie passen het plan aan.

Gedurende deze periode heb je regelmatig contact met je casemanager, leidinggevende en soms de bedrijfsarts. Deze frequentie hangt af van je situatie, maar verwacht minimaal maandelijks een evaluatie. Open communicatie over wat wel en niet werkt is hier belangrijk.

Wat verandert er na 42 weken ziekteverzuim?

Week 42 is een belangrijke mijlpaal in verzuimbegeleiding. Na bijna een jaar verzuim moet je werkgever verplicht een WIA-aanvraag voorbereiden bij het UWV. Dit betekent niet automatisch dat je een uitkering krijgt, maar wel dat er een formele beoordeling komt van je arbeidsmogelijkheden.

De bedrijfsarts stelt bij week 42 een actueel oordeel op met medische informatie voor het UWV. Dit document beschrijft je beperkingen, wat je nog wel kunt en welke re-integratie-inspanningen er zijn geweest. Het UWV gebruikt dit om te beoordelen of je recht hebt op een WIA-uitkering.

Als re-integratie bij je eigen werkgever echt niet lukt, komt tweede spoor re-integratie in beeld. Dit betekent kijken naar werk buiten je huidige werkgever. Je werkgever blijft verantwoordelijk voor begeleiding en loondoorbetaling tot 104 weken, maar de focus verschuift naar andere werkgevers of functies.

Het UWV gaat vanaf dit moment een grotere rol spelen. Ze beoordelen of jullie genoeg re-integratie-inspanningen hebben gedaan en of de verzuimbegeleiding volgens de regels is verlopen. Dit heet de poortwachterstoets. Als je werkgever hier tekort in schiet, kan het UWV sancties opleggen.

Welke verplichtingen hebben werkgever en werknemer tijdens verzuim?

De Wet Verbetering Poortwachter legt duidelijke verplichtingen op aan beide partijen. Je werkgever moet je loon doorbetalen (minimaal 70% in het eerste jaar, daarna ook 70% in het tweede jaar), verzuimbegeleiding organiseren en actief re-integratie-inspanningen ondernemen. Jij als werknemer moet meewerken aan herstel en re-integratie, bereikbaar zijn en je aan afspraken houden.

Voor de werkgever betekent dit: binnen 6 weken een plan van aanpak opstellen, regelmatig evalueren, een bedrijfsarts inschakelen op de juiste momenten en passend werk aanbieden. Ook moet je werkgever een dossier bijhouden van alle stappen en gesprekken. Dit is belangrijk voor de beoordeling door het UWV.

Jouw verplichtingen als werknemer zijn even belangrijk. Je moet meewerken aan re-integratie, ook als dat betekent dat je ander werk moet doen dan je gewend bent. Je moet bereikbaar zijn tijdens afgesproken tijden, naar afspraken komen en je best doen om weer aan het werk te gaan. Passief afwachten mag niet.

Als een van beide partijen de verplichtingen niet nakomt, heeft dat consequenties. Een werkgever die onvoldoende re-integratie-inspanningen levert, kan een loonsanctie krijgen: dan moet het loon langer dan 104 weken doorbetaald worden. Een werknemer die niet meewerkt, riskeert korting op loon of zelfs ontslag.

De praktijk laat zien dat verzuimbegeleiding het beste werkt als beide partijen constructief samenwerken. Het is geen juridisch steekspel, maar een gezamenlijke inspanning om zo snel en duurzaam mogelijk weer aan het werk te komen.

Professionele ondersteuning bij verzuimbegeleiding

Verzuimbegeleiding van dag 1 tot 104 weken vraagt om expertise, structuur en goede communicatie tussen alle betrokkenen. Bij Masters in Vitaliteit begeleiden we dit hele traject met een vast team: een casemanager die het overzicht houdt, een taakgedelegeerde voor praktische ondersteuning en een bedrijfsarts voor medische beoordelingen.

We werken volgens de wettelijke kaders, maar kijken altijd verder dan alleen de regels. Onze ervaring leert dat persoonlijke aandacht, heldere communicatie en een brede blik op alle factoren het verschil maken. Of je nu ondersteuning nodig hebt vanaf de eerste ziektedag of hulp bij complexe re-integratietrajecten, onze full service dienstverlening biedt de beste aanpak voor jouw situatie.